De referentiemodus gebruiken op de iPad Pro

Een iPad Pro met een Liquid Retina XDR-display of Ultra Retina XDR-display kan referentiekleuren weergeven voor populaire kleurstandaarden, evenals SDR- en HDR-videostructuren.

Wat is de referentiemodus?

De referentiemodus is een weergavemodus voor professionele workflows voor het maken van inhoud, zoals kleurcorrectie, bewerking en inhoudscontrole, waarbij nauwkeurige kleuren en een consistente beeldkwaliteit van cruciaal belang zijn.

Om de referentiemodus te gebruiken, heb je het volgende nodig:

• Een van de volgende apparaten:

  • iPad Pro 13-inch (M4)

  • iPad Pro 11-inch (M4)

  • iPad Pro 12,9-inch (5e of 6e generatie)

• iPadOS 16 of nieuwer

Als de referentiemodus is ingeschakeld, geeft de iPad Pro referentiekleuren weer voor deze veelgebruikte kleurstandaarden en videostructuren, tot 1000 nits piekhelderheid voor HDR en 100 nits piekhelderheid voor SDR:

• BT.709

• BT.601 SMPTE-C

• BT.601 EBU

• sRGB

• HDR10 BT.2100 PQ

• BT.2100 HLG Dolby Vision Profile 8.4

• Dolby Vision Profile 5

Met de referentiemodus kan de iPad Pro voldoen aan de kleurvereisten van je workflow. De modus richt zich op het D65-witpunt en schakelt alle dynamische weergave-aanpassingen voor omgevingslicht uit, zoals True Tone, Pas automatisch aan en Night Shift. Je kunt het witpunt en de helderheid ook handmatig aanpassen. De kleur in niet-ondersteunde structuren wordt beheerd zoals in de standaardweergavemodus.

Je kunt de referentiemodus ook gebruiken met SideCar om een consistente referentieworkflow op de iPad en Mac in te richten.

De referentiemodus in- of uitschakelen

1. Open de app Instellingen en tik op 'Beeldscherm en helderheid'.

2. Tik op 'Geavanceerd'.

   

3. Schakel de referentiemodus in of uit.

'Verfijn kalibratie' gebruiken

Gebruik 'Verfijn kalibratie' om de nauwkeurigheid van de referentiekleur van het beeldscherm te behouden door het witpunt en de helderheid aan te passen. Voer de waarden in die je met een extern instrument en een testpatroon meet. iPadOS past het beeldscherm automatisch aan de doelwaarde voor witpunt en helderheid aan.

1. Open de app Instellingen en tik op 'Beeldscherm en helderheid'. Tik vervolgens op 'Geavanceerd' en controleer of de referentiemodus is ingeschakeld.

   

2. Gebruik een extern instrument om een testpatroon te meten. Noteer de waarden die je meet.

3. Ga terug naar de app 'Instellingen' en tik op 'Scherm en helderheid'. Tik op 'Geavanceerd' en dan op 'Verfijn kalibratie'.

   

4. Tik op de ruimte naast elke instelling en voer een waarde in. Voer in de meetvelden de waarden in die je hebt gemeten. Voer de streefwaarden voor witpunt en helderheid in de doelvelden in.

5. Tik op 'Gereed' als je klaar bent. Het beeldscherm van de iPad Pro wordt aangepast aan de doelwaarden voor witpunt en helderheid.

Dit zijn de beschrijvingen van wat je moet invoeren in de velden voor 'gemeten' en 'doel':

• Gemeten witpunt (x): de x-chromaticiteitscoördinaat (CIE 1931 xyY) bij het meten van een wit of grijs testpatroon.

• Gemeten witpunt (y): de y-chromaticiteitscoördinaat (CIE 1931 xyY) bij het meten van een wit of grijs testpatroon.

• Gemeten helderheid (cd/m²): de Y-helderheidswaarde (CIE 1931 xyY) bij het meten van een wit of grijs testpatroon.

• Doel voor witpunt (x): de x-chromaticiteitscoördinaat (CIE 1931 xyY) van het doel voor het witpunt.

• Doel voor witpunt (y): de y-chromaticiteitscoördinaat (CIE 1931 XYY) van het doel voor het witpunt.

• Doel voor helderheid (cd/m²): de Y-helderheidswaarde (CIE 1931 XYY) van het doel voor de helderheid.

Als je eerder toegepaste waarden voor 'Verfijn kalibratie' wilt verwijderen, tik je op 'Standaardinstellingen'.

Testpatronen downloaden

Je kunt QuickTime-filmtestpatronen van Apple gebruiken om de kalibratie van je iPad Pro te evalueren. Met deze referenties met de juiste kleurmarkering kun je je eigen meetinstrument gebruiken om de kalibratie van het witpunt en de helderheid van het beeldscherm te verfijnen.

1. Ga naar de pagina AVFoundation Developer.

2. Klik in het gedeelte 'Related Resources' (Gerelateerde bronnen) op 'Color Test Patterns' (Kleurtestpatronen) om de testbestanden te downloaden.

3. Decomprimeer het archief QuickTime-Test-Pattern.zip in de bestanden-app. Elke set testpatronen omvat een bestand Reference Values.txt met de verwachte chromaticiteit en helderheid voor elk testpatroon.

Alleen de volgende QuickTime-testpatroonsets worden aanbevolen voor iPad Pro:

• HDR10_ST2084

• SDR_BT601_NTSC_SMPTE_C

• SDR_BT601_PAL_EBU

• SDR_BT709_HDTV

De configuratie en omgeving controleren

Bij het meten van een testpatroon en het nauwkeurig afstemmen van het beeldscherm:

• Lijn het meetinstrument uit met het midden van het beeldscherm.

• Controleer of het instrument loodrecht op het oppervlak van het beeldscherm staat.

• Zorg ervoor dat de kamer zwak verlicht of donker is om te voorkomen dat strooilicht of schittering de metingen beïnvloedt.

• Zorg ervoor dat het beeldscherm gedurende minstens 30 minuten is opgewarmd en thermisch stabiel is.

• Meet en stem af in een omgeving met een omgevingstemperatuur van maximaal 25 °C.

• Je hoeft een bestaande waarde voor 'Verfijn kalibratie' niet te verwijderen voordat je een nieuwe meting uitvoert en toepast.

Bereiklimieten voor 'Verfijn kalibratie'

• De gegevensvelden voor de drie gemeten waarden hebben een statisch geldig invoerbereik, zodat je een breed scala aan testpatronen kunt meten.

• De haalbare bereiken voor de gegevensvelden voor 'doel x' en 'doel y' worden berekend op basis van de gemeten x- en y-waarden en eventuele bestaande waarden voor 'Verfijn kalibratie'.

• Het haalbare bereik voor de helderheid van het doel wordt berekend op basis van de gemeten x-, y- en helderheidswaarden, de waarden voor 'doel x' en 'doel y' en eventuele bestaande waarden voor 'Verfijn kalibratie'.

• Haalbare bereiken voor de doelgegevensvelden worden naast de velden weergegeven.

• Als je een waarde invoert die buiten het haalbare bereik valt, wordt het bereik rood gemarkeerd.

Als de gewenste doelwaarde buiten het weergegeven bereik valt

Dit kan het gevolg zijn van een of meer van de volgende factoren:

• De meetwaarden van het instrument zijn mogelijk niet juist. Controleer of het instrument loodrecht op het beeldscherm staat en is uitgelijnd met het midden van het testpatroon.

• De waarden die je hebt ingevoerd in de meetvelden zijn mogelijk onjuist. Controleer of de ingevoerde meetwaarden overeenkomen met de meetgegevens die je hebt verzameld met het instrument.

• De waarden die je in de doelvelden hebt ingevoerd, zijn mogelijk onjuist. Controleer of je het beoogde testpatroon gebruikt en of de streefwaarden die in de doelvelden zijn ingevoerd, overeenkomen met de verwachte kleurafwijking en helderheid van het gemeten testpatroon.

• Gewenste doel voor helderheid is mogelijk niet haalbaar. Het beeldscherm van een iPad is ontworpen om de beste in de branche te zijn. Alle beeldschermen zijn mogelijk gevoelig voor lagere helderheidsniveaus naarmate het beeldscherm na verloop van tijd veroudert, waardoor de doelwaarde voor helderheid mogelijk niet meer haalbaar is. In dit geval kan de nauwkeurigheid van het beeldschermwitpunt nog steeds worden gehandhaafd.

De referentiemodus gebruiken met Sidecar

Als je Sidecar gebruikt om het bureaublad van je Mac uit te breiden of te spiegelen naar je iPad Pro, kun je de referentiemodus inschakelen om je iPad Pro te gebruiken als secundaire referentiemonitor:

1. Schakel op de iPad de referentiemodus in.

2. Kies een referentiemodus op de Mac. Je kunt een van deze voorinstellingen gebruiken (met de bijbehorende kleurstandaarden en videostructuren die worden ondersteund door de referentiemodus tussen haakjes):

   • HDTV Video (BT.709)

   • NTSC Video (BT.601 SMPTE-C)

   • PAL & SECAM Video (BT.601 EBU)

   • Internet & Web (sRGB)

   • HDR Video (HDR10 BT.2100 PQ, BT.2100 HLG Dolby Vision Profile 8.4, Dolby Vision Profile 5)

3. Verplaats een Mac-venster naar de iPad.